Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar [31]daarentegen, als [32]zij zagen, dat aan mij het Evangelie [33]der voorhuid [34]toebetrouwd was, gelijk Petrus [dat] [35]der besnijdenis; 31. Dat is, zij hebben niet alleen in mijne leer niets berispt, maar ook daarentegen die voor goed en oprecht gekend. 32. Dat is, bekenden, verstonden; gelijk vs.9. 33. Dat is, der heidenen die onbesneden zijn, vs.8. Zie Rom.2:26, en Rom.3:30, en Rom.4:12. Namelijk om hetzelve voornamelijk onder hen te prediken. 34. Namelijk van Christus zelf en God den Vader; gelijK hfdst.1 vs.1. 35. Dat is, der besneden Joden, om hetzelve onder hen te prediken. Zie Rom.3:30, en Rom.15:8.